Bijeenkomst geloofsopvoeding (2)

Op 29 november 2011 kwam ik opnieuw met een groep ouders samen in onze kerk. Nu waren we met z’n elven. En er was één man meer bij ;-)!

Als je het over geloofoverdracht, vertellen en kinderbijbels gaat hebben, dan is er zeker één zeer toepasselijke tekst uit de Bijbel, Psalm 78:1-6:

1 Een kunstig lied van Asaf.
Luister, mijn volk, naar wat ik leer,
hoor de woorden uit mijn mond.

2 Ik open mijn mond voor een wijze les,
spreek uit wat sinds lang verborgen is.
3 Wij hebben het gehoord, wij weten het,
onze ouders hebben het ons verteld.

4 Wij willen het onze kinderen niet onthouden,
wij zullen aan het komend geslacht vertellen
van de roemrijke, krachtige daden van de HEER,
van de wonderen die hij heeft gedaan.
 

5 Hij stelde een richtlijn vast voor Jakob
en kondigde in Israël een wet af.
Onze voorouders gaf hij de opdracht
die aan hun kinderen te leren.

6 Zo zou het volgende geslacht ervan weten,
en zij die nog geboren moesten worden,
zouden het weer aan hun kinderen vertellen.

Omdat er ook weer nieuwe deelnemers waren een rondje kennismaking. En daarbij deze keer de vraag aan welk Bijbelverhaal je de beste herinnering bewaart.

Wat werd genoemd: de gelijkenis van het verloren schaap, de bruiloft te Kana, het Kerstverhaal (3x!), de ark van Noach, Mozes, vrouwenverhalen in het bijzonder dat rond Simson. Eén deelnemer si niet met de Bijbel opgeroeid en leerde de verhalen pas later kennen. Aansprekend werd toen: Abraham en Job.

Ook liet iedereen de meegebrachte kinderbijbels zien. Vooral de Kijkbijbel kwam een aantal keren op tafel.

Daarna ben ik gaan uitleggen welke vragen je kunt stellen om een beeld te krijgen van een kinderbijbel. Samengevat zijn het drie  vragen:

  1. Doet de kinderbijbelschrijver recht aan de Bijbeltekst?
  2. Doet de kinderbijbelschrijver recht aan het kind?
  3. Doet de kinderbijbelschrijver recht aan het medium (boek)?

Ik baseer me daarbij op onderzoeken en gegevens die zijn gepubliceerd in het tot drie keer toe uitgegeven boekjes ‘Kinderbijbels vergeleken’ en de indertijd verschenen Kinderbijbelkrant. Ook leverde surfen op internet het nodige op.

Bij de bijeenkomst gaf ik voor de pauze informatie  bij de drie genoemde vragen. Hier een link naar de meer uitgebreide  versie van die info:  Kinderbijbels kiezen_ verdere info

Hier een link naar een kieshulp: Waar let ik op bij de keuze van een kinderbijbel? Kieshulp_Waar let ik op bij de keuze van een kinderbijbel

En een link naar een kieshulp: Kieshulp: Kinderbijbel en leeftijd / ontwikkeling. Kieshulp_Kinderbijbel en leeftijd of ontwikkeling

En via deze link kun je allerlei informatie vinden over kinderbijbels. Met ook voorbeelden van bladzijden. www.kinderbijbels.nl

Na de pauze zijn we aan de gang gegaan met het verhaal van Noach, Genesis 6-9. De manier waarop het verhaal van Noach wordt verteld, is vaak typerend voor de kinderbijbel waar het in staat. Ik had kopieën gemaakt uit een hele serie kinderbijbels. O.a.: Bijbelse vertellingen voor jonge kinderen (Cramer-Schaap), Woord voor Woord (Karel Eijkman), de Groeibijbel (Piet van Midden), Op Weg (Baukje Offringa, Het Hoogste Woord en de Kinderbijbel van Anne de Vries.

De Groeibijbel wordt bij onze eigen kindernevendienst plus gebruikt in combinatie met het lesmateriaal van JOP Swing.

In tweetallen werd er gelezen, beoordeeld, gesproken en nagedacht. Men gebruikte daarbij de volgende vragen (hier ook antwoorden, maar die kwamen niet allemaal letterlijk uit onze groep):

1.     Wat wordt er verteld over de aanleiding tot de grote vloed?

Kinderbijbelschrijvers geven verschillende antwoorden op de vraag waarom God de aarde verwoest heeft. Bijvoorbeeld: omdat mensen hoogmoedig geworden zijn (Groeibijbel), als straf voor de slechtheid van de mensen (klassieke kinderbijbels van Cramer-Schaap, Anne de Vries en Evert Kuijt), omdat God verdriet heeft omdat de mensen niet meer van hem en zijn schepping houden (Woord voor Woord; Een ark vol verhalen). Of geen antwoord (Peuterbijbel).

2.     Hoe was de verhouding tussen Noach en God?

Geeft God de bevelen die Noach opvolgt (Bijbel voor Kinderen)? Geeft Noach boodschappen van God door (Op Weg; Cramer-Schaap)? Is er een dialoog tussen God en Noach (Groeibijbel, Woord voor Woord en Het Verhaal)?

3.     Hoe zat het nu eigenlijk met de dieren?

Komen ze uit zichzelf? Moest Noach ze halen? Hoe stond Noach tegenover hen?

4.     Hoe vertel je de afloop?

Wordt er een conclusie gegeven? Welke betekenis wordt gegeven aan de regenboog? Bijvoorbeeld: deze stut de hemel (Groeibijbel), is een brug tussen God en mensen (Woord voor Woord), is een strijdboog (Het Verhaal), de kleuren zijn symbolisch voor het verbond van God met Zijn hele schepping (Kleuterbijbel).

5.     En hoe wordt het verhaal in beeld gebracht?

Welk verhaal vertellen de illustraties? Bijvoorbeeld zoete plaatjes van lieve dieren, dramatische beelden van mensen en dieren die vluchten voor het water, de ark als een drijvende doodskist?

Na de bespreking in de tweetallen kwamen er een aantal punten speciaal naar voren:

1. Is er een standaard kinderbijbel die bij onze gemeente past?

Eigenlijk kun je dat zo niet zeggen. De keuze van een kinderbijbel hangt zó af van je persoonlijke keuzes, van je eigen geloofsopvatting, dat je niet zomaar van één standaard-Bijbel kunt spreken. Om toch iets te zeggen: de Bijbels van o.a. Anne de Vries, Schaap-Cramer zijn traditioneel qua inhoud en opzet. De Kijkbijbel van Kees de Kort, Het hoogste Woord en de Bijbels van Offringa en Eijkman passen misschien meer bij onze gemeente.  Maar hiermee is echt niet alles gezegd.

2. Hoe ga je om met het geweld in de Bijbel?

Dat behoort tot de werkelijkheid van toen. Moord, doodslag en oorlog kwamen toen ook al voor. Net zo goed als nu  in onze samenleving. Je kunt dat niet weghouden bij kinderen. Doe je dat wel, dan leer je  een verkeerd beeld van de wereld om hen heen. Maar je hoeft niet alles gedetailleerd te vertellen. En ook niet meteen aan kleuters.

3. Welke Bijbels zijn meer geschikt voor tieners?

Kijk ook op www.kindertbijbels.nl in de betreffende leeftijdscategorie. Denk aan: Groeibijbel, Op weg, Startbijbel, Het verhaal. Je kunt ook in deze richting kijken als je kind steeds maar meer vragen gaat stellen over de verhalen.

4. Bij de afbeeldingen:

De afbeeldingen uit de Groeibijbel spraken de aanwezige ouders niet zo aan. Hoe zal dat bij je kind zijn? Afbeeldingen kunnen een toegevoegde waarde hebben. Een ‘eigen’ verhaal vertellen. De afbeeldingen van de Kijkbijbel (Kees de Kort) spraken bijv. wél sterk aan.

5. Hoe moet je omgaan met zoiets als een in het verhaal opgenomen dialoog tussen een opa en een kleinkind?

Daarmee probeert men ook recht te doen aan de ontstaansgeschiedenis van de Bijbel. Veel Bijbelverhalen zijn (in een laatste redactie) ontstaan in de Babylonische ballingschap. Men keek terug en vroeg: aan elkaar “Hoe kon dit zo gebeuren?”. Dat kan ook in dialoogvorm. Overigens zijn  er tal van manieren om een Bijbelverhaal te vertellen.

6. Let op: er zijn ook veel kinderbijbels op de markt die vertaald zijn vanuit m.n. Engels. Op www.kinderbijbels.nl worden die ook besproken. Bij onze bijeenkomst ging het alleen om oorspronkelijke Nederlandse schrijvers/vertellers.

7. Wat moet je nu met het verhaal van Noach als er over ‘ark’ wordt gesproken als ‘doodskist’?

Dat heeft te maken met het Hebreeuwse woord voor ‘ark’. Dat kan nl. ook ‘doodskist’ betekenen. Bovendien wordt hetzelfde woord ook gebruikt voor het biezen mandje bij de kleine Mozes. In beide gevallen wordt er mee uitgedrukt dat dit geen kist is voor de dood maar voor het leven. Noach en de zijnen, Mozes – ze gaan niet ten onder in de dood maar worden n.b. in een doodskist bewaard voor het leven! De verteller wil dat soort combinaties en associaties mogelijk maken.

Eén van de aanwezigen riep uit: “Dan mogen we nog wel heel wat catechese en uitleg krijgen!” Ja, zo is het maar net! Wees welkom bij de bijeenkomsten en gespreksgroepen van Vorming en Toerusting (VTO)!

Tot slot: de volgende keer is 31 januari 2012, 20.00 uur. Dan gaat het over bidden en meer.

Geef een reactie