Ik werd al verrast door de prachtige rode ballonnen in de kerkzaal. Ze waren vanwege het Pinksterfeest, maar ook een beetje voor mij… Collega Marieke die voorging, hoopte dat er nog wel een paar over zouden blijven voor mij. “Misschien wel 25…!” Maar nee, de aanwezige kinderen hebben er heerlijk van genoten en ze allemaal meegenomen. Voor zover ze al niet in de lucht waren gegaan.
In de dienst werd de Schriftlezing verzorgd door onze oudste zoon Mattanja. Een mooi moment! We zullen het overigens niet licht vergeten: als liefhebber van Asterix las hij spontaan “Galliërs” i.p.v. “Galileeërs”.
Na de dienst volgde de koffie met taart die ik nooit meer heb gezien. Want meteen kwamen er kerkgangers op me af om geluk te wensen. Het was een beetje onduidelijk waar ik het beste kon gaan staan, maar men weet je dan toch wel te vinden.
Het gelukwensen werd onderbroken door een toespraakje van de voorzitter van de kerkenraad, Menso Bosma. In de Ontmoetingsruimte en niet in de kerkzaal direct na de dienst.
Ik citeer een enkel woord:
Het is vandaag Pinksteren. Een prima dag om feest te vieren. Als er een dag zou zijn voor de predikant, dan is dat natuurlijk niet de zondag: dat is de Dag des Heeren… Nee, dan zou ik zeggen, dat is natuurlijk Pinksteren. De dag waarop de apostelen bezield met de geest de wereld ingingen. Niet meer als leerlingen van Jezus, maar als pleitbezorgers van Christus. Het lijkt wel de instelling van het ambt van predikant.
En zijn toespraak eindigde met de overhandiging van een tweezitsbank voor in de tuin. Twee dominees met een boek moet ie wel kunnen dragen…. Ik vind het heerlijk om op een bankje te zitten. Om weg te dromen, maar ook om mensen te bekijken en te bewonderen.
Ik wilde graag ook wat zeggen. Had al wel duizend dingen bedacht. Maar niks opgeschreven. Ik wilde spontaan op het moment zelf spreken, uit het hart. En dan gaat het anders dan je van te voren bedacht… Toch heb ik de kern van wat ik beleef wel kunnen verwoorden.
k benadrukte hoe fijn ik het vind als er mensen om je heen zijn. Daar houd ik van. Mensen die al dan niet iets met God hebben. Sommigen onder hen zijn belangrijk voor me – als persoon en als predikant. Ik denk aan het gezin en de familie (onder hen zelfs ook nog mijn moeder). Ik denk aan Mevr. Van der Velden-de Kreij die ik uitnodigde omdat haar man mij indertijd bevestigde in het ambt. Ik vond het ontroerend in haar daar weer aan herinnerd te worden. Maar ook aan de aandacht die Martha en ik van het echtpaar kregen in de tijd dat het nodig was. Verder genoot ik van de aanwezigheid van vrienden en bekenden. Vooral uit Vleuten of van elders. Vanuit Vleuten waren er een aantal gekomen die me dierbaar zijn geworden in de samenwerking ginds.
Na afloop van de receptie in de Ontmoetingskerk konden we hen ook bij ons thuis begroeten. In de mooie Pinksterzon met een hapje en een drankje!
Inmiddels is het bankje al in gebruik genomen! In de avondzon en met een boek – een STUDIEboek!!