Conclusie

Het laatste gedeelte van de lezing van Labuschagne die we de afgelopen tijd hebben gevolgd. En waar ik samenvattend jullie het één en ander van doorgaf.

Het betoog van Labuschagne gaat naar een einde toe. Hij vat samen en trekt conclusies.

In het Oude Testament en het vroege Jodendom gaat men uit van het onopgeefbare exclusieve (= anderen uitsluitend) monotheïsme (= geloof in één god) en van het geloof in de uniciteit (= het uniek zijn) van God. Dat is volgens Labuschagne ook het eenstemmige getuigenis van het Nieuwe Testament. Jezus heeft als ‘zoon van God’ wel de status van een goddelijk wezen toegekend gekregen, maar is zelf onder geen beding met God gelijk te stellen.

Pas vanaf de tweede eeuw begon het te verschuiven: het kwalitatieve verschil tussen ‘zoon van God’ en God begon men uit het oog te verliezen. De ‘zoon van God’ wordt steeds meer gezien als God-de-Zoon. Jezus wordt zo tot een mede-God en een concurrent van God. Dat is het gevolg van het loslaten  van het unitarische (= god is een eenheid) godsbegrip en de uniciteit van Jahwè. Dat laatste kom je tegen in de uitspraken over Jahwè’s onvergelijkelijkheid en in het ‘Sjema’ van Deuteronomium 6:4.

Door deze verschuiving is er ook een geweldige breuk ontstaan met het Jodendom. En er is een ongelukkige christologische strijd ontketend. Via de tweenaturenleer (Jezus is waarlijk God en waarlijk mens) komt men daarbij uit bij een trinitarisch godsbegrip. Zie oude belijdenissen.

Labuschagne kan deze stap begrijpen als daardoor het christendom acceptabel gemaakt moest worden in de antieke wereld van die dagen. Maar dat is nu wel voorbij.

Labuschagne daagt de kerk uit om het belijden te toetsen aan de Schrift en het belijden radicaal aan te passen. Of wil de kerk blijven bij de eeuwenoude belijdenisgeschriften?

 Het slot van de lezing van Labuschagne neem ik letterlijk over:

Het eerherstel van God en de herdefinitie van de status van Jezus en het daarmee samenhangende overschakelen van het trinitarisme (PMWvdS: = god is een drie-eenheid) naar het Bijbelse unitarisme betekent theologisch alleen maar winst. Er gaat niets wezenlijks verloren, integendeel, het christelijk geloof zal een nieuw elan beleven en weer dicht bij het jodendom komen te staan. De kerk zal dit met haar theologie natuurlijk onmogelijk in enkele generaties kunnen realiseren. Maar ergens moet een begin worden gemaakt.

En waarom zou de PKN daarin niet een voortrekkersrol kunnen spelen?

Wij zijn hard toe aan een tweede reformatie: deze keer een Copernicaanse wending. Misschien zou mijn pleidooi daartoe een prikkelende aanzet kunnen zijn.

Ik kom binnenkort terug op de weg die ik zo met jullie ben gegaan.

Geef een reactie