God kennen (2)

Labuschagne geeft aan dat het nodig is een vernieuwde theologie te ontwikkelen. Hij wijdt daarom een kritische bespreking aan het beeld dat de traditie van God heeft. En bij hem betekent dat: “spreken over God, uitgaande van het Bijbelse Godsgetuigenis, te beginnen bij het Oude Testament. Daar liggen immers de fundamenten van onze geloofstraditie.”

Ik zal zijn verhaal  verder volgen. De twee eerdere citaten laten zien hoe hij zijn kritische bespreking begint. Het gaat dan allereerst over Godskennis.  

Ik geef nu weer een citaat. Het sluit in zijn betoog direct aan bij het citaat dat ik 23 april aanhaalde.

 Gods identiteit kunnen wij dus niet met onze verstandelijke vermogens kennen. Laten we daarom eerlijk zijn – we zijn fundamenteel agnost. En als wij proberen ons iets voor te stellen bij het onkenbare mysterie, dan zijn we bezig met een imago ervan, het beeld dat ons denken van God vormt. Een dergelijk imago kan onmogelijk volledig samenvallen met Gods identiteit, maar verwijst ernaar op een steeds tekortschietende manier. We mogen nooit met stelligheid zeggen “Zo is God”, “God heeft toch zelf…” maar hooguit stellen “Zo denken/geloven wij dat hij is en doet; zó kunnen we ons hem voorstellen”. De ‘wet van Kuitert’ geldt hier onverkort: ‘alle spreken over boven komt van beneden’. Dit spreken over God is van a tot z mensenwerk en onderhevig aan dwaling en misvatting.

6 thoughts on “God kennen (2)

  1. Joh 1:18: Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen.

    Zonder de komst van Christus zou inderdaad alle spreken over boven van mensen komen. Helaas gaat die stelling niet meer op.

    1. Hoi Kees,
      Ik snap niet helemaal wat je met je reactie bedoelt. IS de stelling de uitspraak van Kuitert? En ben het het niet eens omdat Jezus op aarde is gekomen zodat wij God kunnen kennen?

      Als je dat vindt (ga ik maar even vanuit) dan wordt dit lijkt mij toch een lastig verhaal. Kuitert bedoelde dat alle spreken, en dat is een menselijke eigenschap, komt van ons. Wij als mensen hebben verhalen opgeschreven die gaan over God en Jesus. Jesus heeft toch niet zelf de evangelien geschreven? Voor het gemak voeg ik spreken en schrijven maar samen. Hoewel daar vast ook wel een en ander over te schrijven is 😉

      Maar volgens mij dwalen we dan af van de werkelijke discussie. Het gaat er m.i. om dat we ons er van bewust zijn dat wij beperkt zijn in ons denken en spreken over God. En dat we dus niet kunnen zeggen en handelen dat wij de wijsheid over God in pacht hebben. Het blijft dus een zoektocht naar wie God is en wat dat betekent voor ons mijn handelen elke dag.

      Groetjes Richard

  2. En ik was deze nog vergeten.

    Joh. 14: 9: “Ben Ik zolang bij u, Filippus, en kent gij Mij niet? Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien; hoe zegt gij dan: Toon ons de Vader? ”

    Daar kunnen (moeten) wij mensen het mee doen, als we God willen kennen. Simpel / nogal “basic”.

  3. Beste Peter,

    Wat een geworstel met de theologie. Of worstel je ook met God? Je zou (volgens de verhalen) overigens niet de eerste zijn :-). Goed dat je “de buitenwereld” deelgenoot maakt van dat proces.

    Vandaag trof mij de aanbeveling voor het jongste nummer van het tijdschrift Happinez:
    “Geloof jij… in je eigen mogelijkheden? In de liefde? In vertrouwen hebben? Dat er meer is tussen hemel en aarde? Dat we onze eigen wereld scheppen? Iedereen gelooft wel iets, al noemen we onszelf tegenwoordig eerder spiritueel dan gelovig. Welk woord je er ook voor kiest, we zoeken allemaal wel naar ‘iets’ wat ons leven verrijkt, verdiept.
    De nieuwe Happinez met het thema ‘Waar geloof je in?’ ligt nu in de winkel.”

    Concreter dan “iets” is in ieder geval Jezus en het spoor wat Hij ons heeft nagelaten. Daarin geloven verrijkt ons leven en het verdiept het. Ook daagt het ons steeds weer uit om het na te leven. Wat voor spoor willen wij zelf nalaten? Dat vind ik eigenlijk van alle tijden en tijdloos. Geloven vind ik ook een proces van “ont-wikkelen”, van “in-gewikkeld” en wat mensen er soms van maken, naar eenvoudig, ofwel steeds weer op zoek naar de kern. De term “modern geloven” introduceert misschien het risico dat men toch een eigentijds beeld wil gaan vormen van God. Dat kon en mocht niet (ook weer volgens de verhalen) en zal ook nooit kunnen. Het spreken over God, zoals je meld uit de theologische literatuur, is immers van a tot z mensenwerk. Daarbij past bescheidenheid, want anders leidt het -zoals blijkt uit de geschiedenis – gemakkelijk tot dwang, dwaling of bedrog. Kortom: geen beeld maken. We moeten wel in geloof en vertrouwen verder, maar misschien zonder godsvoorstelling.

    Inspiratie gewenst bij je zoektocht en een hartelijke groet,
    Arie

  4. Al sinds je mail over deze blog ben ik aan het denken over een reactie. Je onderzoeksvraag is nogal breed. Modern Geloven. Daar kan je alle kanten mee op. Mijn eerste gedachte was: dat gaat dan over vormen, niet over inhoud, maar gelukkig ga je toch naar de inhoud.

    De essentiële inhoud van het geloven (ik ga er dan maar impliciet van uit dat je het christelijk geloof bedoeld…) is toch vrij eenvoudig. Wat Paulus zegt in 1 Kor 2 is misschien wel een kern. Het gaat om Jezus Christus, Hij is ook het enige Gods bewijs. Hij laat ons God kennen en als rechtgeaard evangelisch-pinkster kerkganger, moet ik natuurlijk ook de Heilige Geest daar bij noemen. Die laat mij (maar dat is natuurlijk mijn interpretatie) God ook kennen. Dat is misschien wel weer modern, maar eigenlijk iets van alle tijden.

    Modern is volgens de VanDale op de manier van deze tijd of tot deze tijd behorend. God is van alle tijden, dus hoort Hij ook bij deze tijd. De manier waarop we geloven is voor iedereen anders. Maar dan gaan we het hebben over vormen en dat was nu net weer niet het essentiële. Als gelovigen zijn we er namelijk ijzersterk in om juist daarover met elkaar in discussie te gaan, terwijl het gaat om het kennen van God.

    Kennen op een manier die wat mij betreft verder gaat dan kennis nemen van God. Voor mij is het een relatie, zoeken naar het hart van God. Wat is de Geest achter de woorden uit de Bijbel, waar zit de essentie? Dan zijn voor mij altijd de (overbekende) versen Joh 3: 16,17 van belang.
    Voor mij ligt daar nog steeds de basis van het kennen van Gods hart.

    Ik hou de blog in de gaten, ben benieuwd.

  5. Grappig, ik ben van beneden (!) naar boven in je blog gaan lezen en lees nu het tweede citaat.
    Dat herken ik: als ik alleen iemands rug zie kan ik weinig over het gezicht zeggen. Dat besef zou bescheiden moeten maken in het spreken over.
    Voor mij past deze gedachtengang dus wel.

Geef een reactie