Gespreksgroep Over God (2011-2012) Bijeenkomst 1

Pastorale handreiking ‘Spreken over God’

Maandag 10 oktober ben ik begonnen aan een gespreksgroep in onze gemeente ‘Over God’. Onze Commissie Vorming en Toerusting van de Ontmoetingskerk geeft elk jaar ruimte aan een meer theologisch onderwerp. Soms meer dogmatisch, soms meer Bijbels theologisch getint. Maar altijd ruimte biedend aan de ontwikkeling van het eigen geloof van gemeenteleden. Daarbij gaat het vaak om gemeenteleden die behoefte hebben te onderzoeken of er naast de traditioneel meegekregen geloofswaarheden ook andere accenten of andere wegen mogelijk zijn.

Persoonlijk geniet ik er van aan een dergelijke groep leiding te geven. Ik ben zelf eigenlijk net zo’n zoekend en onderweg zijnd gemeentelid. En het helpt me mee om ontwikkelingen in de theologie te bespreken met gemeenteleden.

Nu zijn we begonnen aan de bespreking van het synodale geschrift. De eerste bijeenkomst ging het m.n. over hoofdstuk 1: Hoe kunnen we iets over God zeggen?

1. We hadden snel in de gaten dat deze handreiking mede een antwoord is op de discussies n.a.v. het boek van collega Klaas Hendrikse, Geloven in een God die niet bestaat. Manifest van een atheïstische dominee. We vroegen ons af of de mediahype en de discussie vooral ook is veroorzaakt door een welgekozen titel van de uitgever met een even welgekozen foto van de auteur op de omslag. En verder door de prikkelende manier van schrijven. Veel van wat hij schrijft is overigens oud nieuws, zeker voor theologen. En ook al verwerkt in nieuwe geloofsgedachten.

2. In ons gesprek bleek ook dat de status van zo’n handreiking niet duidelijk is voor een aantal gemeenteleden. Dan bedoel ik ook, dat men niet goed weet hoe onze kerk is opgebouwd. We kennen een zgn. presbyteriale-synodale opbouw. Het begint onderop met de gemeente die samenkomt in de kerkenraad. De kerkenraden van protestantse gemeenten vaardigen twee leden af naar de classicale vergaderingen. Daarin komen een aantal gemeenten uit een bepaalde regio samen. Die classes vaardigen weer twee leden af naar de Generale Synode. Er zijn 75 classicale vergaderingen, zodat de synode bestaat uit minstens 150 leden. Dat aantal is groot, té groot zo is recent gebleken. Daarom zijn er kerkordewijzigingen in de maak om het totale aantal te verminderen. Overigens worden de afgevaardigden verdeeld over ouderlingen, ouderlingen kerkrentmeester, diakenen en predikanten.

Nu heeft de synode de handreiking die we bespreken laten schrijven en de kerk in gestuurd. Het gaat dus om alleen de Protestantse kerk in Nederland. Er zijn geen andere kerken betrokken bij de totstandkoming. Onze kerk heeft wel samenwerkingsverbanden met de andere kerken via de Raad van kerken en sinds vorig jaar enigszins via de zgn. Nationale Synode.

Onze eigen synode heeft het verwijt gekregen, dat ze zich niet eerder heeft uitgelaten over het boek van Hendrikse. Dat kon ze niet, omdat het eerst aan de plaatselijke kerkenraad is zich uit te spreken. En daarna aan de classis. Pas daarna komt de synode evt. in beeld. En je kunt je niet uitspreken over iets als het je beurt nog niet is en als je later misschien ook zelfstandig een oordeel moet geven. Zover is het in de discussies rond Hendrikse nooit gekomen. Mede daarom heeft de synode er voor gekozen een handreiking te maken waardoor de kerkleden zich dan in elk geval kunnen bezinnen op de problematiek rondom God.

3. We vragen ons af of ‘God’ wel zo terug is van weggeweest (zie p.13 en p. 18v.) Wel via Hendrikse. Maar is er niet veel meer aandacht voor religie in het algemeen? En bijv. dagblad Trouw schenkt heel veel aandacht aan de islam in al zijn facetten. Maar verder? Ook zie je bij ons niet zomaar een Pauw en Witteman een discussie leiden over christendom en samenleving. Laatst zag ik zoiets wél met een Duitse Pauw of Witteman op het ZDF bij de Kirchentage.

4. Op p. 14 wordt aangegeven hoe we afhankelijk zijn van anderen bij het in aanraking komen met God. Dat is bijzonder herkenbaar. Er zijn altijd anderen van wie je het hebt gehoord. Helemaal zonder gemeenschap lijkt ons niet eenvoudig om in aanraking te komen met God. Toch kun je ook losser staan t.o.v. een gemeenschap en toch met God bezig zijn.

5. Op p. 16 en 17 wordt een wel heel traditioneel beeld gegeven van de betekenis van Jezus. Is dat om een groot deel van de achterban van onze kerk te vriend te houden? Er had wel wat meer tot uitdrukking mogen komen dat je op meerdere manieren naar Jezus kunt kijken.

6. De beide citaten op p. 19 bij vraag 3 spraken ons aan. Ze geven een pakkende invalshoek.

Geef een reactie