We hebben al overwogen hoe Markus, Matteüs en Lukas spreken over Jezus. Hoe Johannes dat doet, komt nu aan de orde. Daarmee gaat het ook naar een einde toe in het artikel van Labuschagne. Een volgende keer volgt dan nog de conclusie.
Ook voor Johannes is Jezus een hemelse zoon van God. Net als eerder al genoemd over Paulus. Het beeld over Jezus van Johannes moeten we verstaan tegen de achtergrond van drie punten:
1. De ideeën van Philo van Alexandrië die leefde van 25 voor Christus – 45 na Christus. Hij spreekt over een Logos (=woord) als persoon.
2. De gedachten uit Spreuken 8, waar de wijsheid gezien wordt als een persoon.
3. Het al eerder hier besproken concept van de oudtestamentische opvatting over de lagere status van de goddelijke wezens rondom God Jahwè.
En dan hangt het er verder nog vanaf hoe je de tekst van Johannes 1:1-2 vertaalt.
Gewoonlijk is het “… het Woord was bij God en het Woord was God.” Labuschagne kiest voor een andere vertaling. Want hoe kan het Woord bij God zijn en tegelijk God zijn? Hij vertaalt: “… het Woord was bij God en het Woord was een god.” Daarmee is dan het goddelijke wezen bij God, de Logos (= Woord) mens geworden. Niet God zelf. En dat wezen is in de persoon van Jezus op aarde verschenen.