Ik ga proberen het één en ander te antwoorden op de reacties tot nu toe.
Eerst over het aantal bezoekers van de weblog. Ik ben best wel verbaasd over het aantal mensen dat de bladzijden weet te vinden. Op 16 mei waren er op die ene dag 105 bezoekers. Het record tot nu toe. Ik kan, denk ik, niet zien of het unieke bezoekers waren. Wel weet ik dat mijn eigen bezoeken niet worden meegeteld ;-)!! Er komen sinds de start gemiddeld 32 bezoekers per dag. Een blijde verrassing!
Dan meer inhoudelijk. Ik ga overigens niet op iedere reactie in en ook niet op elke puntje in. In elk geval nu niet. Misschien op een later moment alsnog. Nu eerst dit:
De reacties van Sijbrand en Richard geven op een bepaalde manier aan waarom ik aangezet werd tot het thema modern geloven.
Sijbrand merkt, dat het om de inhoud gaat – ja, dat klopt. Méér dan over de vorm. Al speelt die ook mee. Ik herken, dat de kern van het Bijbelse getuigenis (of moet ik beter zeggen: van het nieuwtestamentische?) vaak geformuleerd wordt in de woorden die Johannes weergeeft over Jezus. Johannes 3:6: “Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde.” En dan ook in deze vertaling, die van het NBG 1951.
Binnenkort staat die tekst ook vast weer op spandoeken in de stadions bij het WK voetbal in Zuid Afrika. Ik kwam hem onlangs n.b. ook tegen als kenteken van een Belgische auto en de tekst op de achterruit:
Ik rijd op de A2 vanuit Amsterdam richting Utrecht en kon net met mijn telefoon een foto maken. Het is beter te zien als je de foto wat kan vergroten.
Ik ken die samenvatting van de kern van de boodschap heel goed. Misschien wel al te goed. Ik merk dat ik gaandeweg tot de ontdekking kom dat die kern eenzijdig is. Vooral bepaald door de kijk van Paulus op Jezus Christus. Het verhaal over de verkondiging van Jezus en de tekenen van het Koninkrijk komen daarbij veel en veel minder aan bod.
Daarnaast zijn die woorden voor mij zo gewoon geworden, dat ze me niet zomaar meer aanspreken. Ze klinken me te makkelijk.
Ik zoek dus naar een evenwichtigere verwoording van de kern van het Bijbelse getuigenis. En naar andere woorden dan tot nu toe die het geheim van God en mensen raken en daarmee mij evengoed raken.
In wat Richard zegt komt ook een motief naar voren om me op laatstgenoemde manier met de Bijbel en het geloof bezig te houden. In hoeverre is er niet ook sprake van een foute ontwikkeling in het geloofsdenken en –doen vanuit de Bijbel? Heeft juist die Griekse denkwijze niet gezorgd voor schadelijke uitwerkingen van het geloofsdenken? Wetenschap en techniek brengen veel heil en zegen. Maar ze helpen niet per sé verder in de ontwikkeling van het geloof en zingeving (rationeel). Dan kom je verder met een meer Joodse benadering (relationeel). Zo is er zeker de eerste eeuwen veel filosofisch denken toegevoegd aan de geloofsleer en de geloofsbelijdenis.
Ik zie dat ook terug in de kritiek van bijv. Labuschagne. Het brengt hem er toe te onderscheiden tussen zin en onzin.
Het roept ook weer andere vragen op: Welke fase, welk denken is dan het einde? Of anders gezegd: Welke fase is de norm? Of ligt dat niet zo afgebakend vast? De Bijbel is zelf voorbeeld van ontwikkeling en verandering. Nieuwe vertellers komen met andere dingen dan de ouderen die hen voorgingen. En is het niet ook de kracht van christelijk geloof dat het groeit en meegaat met de tijd?
In een beeld (n.a.v. het laatste boek van Kune Biezeveld): De geloofstraditie ontkalken en oude scherven hechten, maar naar welke situatie moet je dan met je oude geloofsgebouw teruggaan? Welk moment is maatgevend voor je restauratie? Welke verbouwingen en aanpassingen mogen blijven?
Op de uitspraak van Kuitert om ik waarschijnlijk nog terug. Ook Manenschijn bespreekt die passage. En Kees, jouw aanhalen van teksten uit Johannes zijn mooi te leggen naast het tweede deel van het artikel van Labuschagne dat ik steeds samenvat en bij brokjes met jullie deel. Dan wordt gaandeweg duidelijk hoe Labuschagne de positie van Jezus ziet t.o.v. God. Een volgende post uit dat artikel zal gaan over teksten uit Johannes. Maar hoe dan ook: alle spreken en denken van mensen over God is mensenwerk. Dat moet niet anders dan bescheiden maken.
Hoi Peter,
Eindelijk ook weer even tijd om de blog weer eens te bekijken. Interessant, alleen vraag ik me wel eens af of het niet een soort beroepsgekte is (niet van theologen alleen, ook in mijn vak zie ik het!) om steeds maar iets nieuws te willen. Dat we andere inzichten in de loop van de tijd krijgen is natuurlijk logisch, maar 1 +1 is al heel lang 2….
Ik citeer uit je reactie: “Daarnaast zijn die woorden voor mij zo gewoon geworden, dat ze me niet zomaar meer aanspreken. Ze klinken me te makkelijk. Ik zoek dus naar een evenwichtigere verwoording van de kern van het Bijbelse getuigenis. En naar andere woorden dan tot nu toe die het geheim van God en mensen raken en daarmee mij evengoed raken.”
Waarom is het fout als woorden gewoon geworden zijn. Als je tegen je vrouw of kinderen zegt: “Ik hou van je” is dat misschien heel gewoon, maar hopelijk nog steeds wel heel waardevol… 🙂 Waarom zoeken we dan als we het over God hebben naar andere woorden, vormen e.d. Uiteindelijk is het toch gewoon ook: “God, ik hou van U!”. En is de rest mooie aankleding, niets verkeerds mee, maar we moeten die kern niet vergeten.
Groet,
Sijbrand.