Hoe wordt in het Nieuwe Testament over God gesproken?
De vijfde bijeenkomst ging over hoofdstuk 2 uit het boekje ‘Protestantse bronnen over God’, verschenen onder redactie van Dr. J.M. van ’t Kruis.
Hieronder weer enkele indrukken van de onderwerpen die aan de orde kwamen in het gesprek:
Er zijn meer goden. Vgl. Psalm 82. Voor sommigen is dat een vreemde gewaarwording.
Wij mensen maken goden – met een kleine letter. Of zijn het afgoden?
Waar kun je aan denken bij deze goden? Verslaving aan een computer? Verslaving aan drank, enz.? Een sekteleider die zichzelf door anderen laat verheerlijken? Je werk, je geld? Seks? Baäl: succes en scoren?
Wanneer is iets een god of een afgod?
Verheerlijken en blind volgen speelt een rol. Ook achter iets / iemand aan gaan zonder kritiek. Iets wat verslavend werkt en je geheel in beslag neemt. Waar je jezelf in/aan verliest. Iets wat je afhoudt van rust, vrijheid, je bestemming.
“Ik ben die Ik ben” – dat klinkt wat statisch en heeft ook iets parmantigs. Zo is ‘t. “Ik ben die Ik zijn zal” – is dynamischer, flexibel. Ga maar, je ontdekt ’t wel. Het heeft belofte en toekomst in zich.>Vgl. de teksten uit Openbaring en Hebreeën. De ‘Ik ben’- woorden uit Johannes doen denken aan de Naam JHWH.
Uiteindelijk blijft God een vraag. Je kunt God niet vatten. Je komt in een cirkelredenering. Is het revolutionair, dat Jezus God zijn Vader gaat noemen? Uiteindelijk mogen we allemaal ‘Vader’ zeggen. Zegt Jezus het zelf? Deden andere rabbi’s het ook? Of zat het hem er in dat de volgelingen van Jezus het gaan gebruiken? De omgeving verwerpt hem; de leerlingen zeggen: ‘man met gezag’.
Hoe zit het met ‘God’ en ‘het Woord’? Zijn dat aparte (hemelse?) gestalten? Het Woord – is dat er al voor / buiten de schepping? Vrouwe wijsheid? Is het ook fysiek apart? Gaat het om verschillende verschijningsvormen? Jezus leerde ons ‘Vader’ zeggen. Wij volgen.
God in het diepst van onze gedachten (Kloos)? Is dat God zelf? Jezus werd een voorbeeld. Maar wat is dan het verschil met een voorbeeld als moeder Theresa? M.n. de theologie van Paulus maakt verschil.De evangelisten leggen een accent bij het Koninkrijk en de verkondiging daarvan in Woord en daad. Paulus legt de nadruk op de kruisdood – dat is de meer klassieke opvatting.
Heeft het te maken met de Jood Paulus die van uit zijn achtergrond gewend was om offers te brengen? In 70 na Christus stopt het offeren bij de verwoesting van de tempel. In de latere synagogen gebeurt het toch niet? Voor christenen stopt het offers brengen met de komst van Jezus Christus.
Op p. 33 wordt dan toch ook weer het Rijk benadrukt! Meervoudigheid in God: het lijkt of je iets aan het construeren bent. Heeft God niet oneindig veel verschijningsvormen, waaronder deze drie?
Waarom wordt de Geest en God van elkaar onderscheiden? God is Geest. Pinksteren: God maakt het mogelijk. Is dat een nieuw verschijnsel? Vgl. trouwens Ezechiël 1 en 2; vgl. het volk in de woestijn.God en geest zijn hetzelfde. Maar de zaak, de uitwerking is anders.Of is het verschil meer dat van individueel – gemeenschappelijk / voor allen?
Ik ben er nog niet aan toe gekomen om de vragen die gaandeweg de bijeenkomst opgeworpen werden te beantwoorden…